De theeplant (Camellia sinensis) is een plant die van oorsprong voorkomt in Zuidoost-Azië. De jonge scheuten van deze plant worden gebruikt om thee te produceren. Van deze plant worden witte thee, groene thee, oolong en zwarte thee gemaakt. De theeplant is een groenblijvende struik of kleine boom die in het wild wel 17 m hoog kan worden! Wanneer de plant in bloei staat heeft ze geel-witte bloemen met bloemblaadjes.
De Camelia sinensis vraagt om enige toewijding in zijn verzorging.
De theeplant bloeit van maart t/m mei. Vorst en droogte kunnen de plant flink beschadigen.
Plaats de Camellia s. op een licht zonnige tot halfschaduw plaats in de lente.
Pas op: jonge bladeren kunnen snel verbranden in de volle zon (zeker achter het glas)! Plaats de plant niet op de tocht en een te droge luchtvochtigheid kan de Camellia Sinensis niet verdragen. Houd de grond vochtig, maar niet te nat. De plant vindt het fijn om regelmatig besproeid te worden met de plantenspuit.
De Camellia houdt van luchtige, zure en humusrijke grond. Het beste kan de plant jaarlijks worden verpot vooral als we kalkrijk water gebruiken. Beter is natuurlijk regenwater gebruiken. De grond die voor de Camellia’s gebruikt moet worden is aan de zure kant. We kunnen hiervoor zure potgrond gebruiken die bij de betere tuincentra verkrijgbaar is of we mengen de potgrond met humus die onder dennenbomen ligt of een mengsel van tuinaarde en turf. De potgrond moet van een luchtige samenstelling zijn.
Hij kan zowel in pot als in volle grond gehouden worden. Omdat de plant al vroeg in het voorjaar bloeit kan men om van de bloei te genieten de plant buiten zetten tot lichte vorst (tot -5º) en bij matige vorst (lager dan -5º) weer binnen in een niet verwarmde lichte ruimte plaatsen. Vorst van -7º kan reeds flinke schade aan de plant veroorzaken. De kleinere theeplanten kunnen slecht tegen koude, dus deze kunt u vanaf oktober het beste binnenhouden (in een lichte onverwarmde ruimte zoals bv de slaapkamer).
Na de bloei begint de plant weer uit te lopen en knoppen te zetten voor het volgende bloeiseizoen. In deze periode moeten alle soorten overwegend in de schaduw staan. De Camellia’s hoeven nauwelijks te worden gesnoeid, maar door te snoeien kunt u de bloei stimuleren en vorm in de plant brengen. Er moet altijd na het tweede nieuwe blad aan een uitloper worden gesnoeid.
| Specificaties | Kruidenplanten BIO |
|---|---|
| Maand | Mei, April, Maart |
| Buiten of binnen | Buitenteelt |
