Ribes uva-crispa Hinnonmäki Röd

Rode kruisbes

Als een van de weinige fruitsoorten groeit de kruisbes ook in halfschaduw. Als je de keuze hebt is het wel beter om een zonnige plaats te kiezen.

De kruisbessen geven de voorkeur aan droge tot licht vochtige grond. Ze moeten in ieder geval niet te nat staan.

De struik is van september tot mei te planten. In het najaar planten is beter. Plant de kruisbessenstruiken op 1 meter afstand van elkaar zodat de planten altijd genoeg ruimte hebben. Zorg dat de grond de eerste week/twee weken na het planten goed vochtig blijft.

Kruisbessenstruiken groeien beter als zij jaarlijks (maart/april) worden bemest met DCM organische meststof voor kleinfruit.

De kruisbes kun je in juli tot september direct na de oogst snoeien. Het beste is om de kruisbessenstruik in februari of maart te snoeien voordat de struik weer gaat uitlopen. Het is belangrijk om zo te snoeien dat je een verticaal groeiende struik krijgt met tussen de 5 en 8 takken. Zo krijg je grote gezonde kruisbessen. Knip takken weg die naar beneden hangen of elkaar kruisen. Het doel is een open struik zodat er lucht en licht binnenin komt. Hiermee voorkom je ziektes in de plant.

Wanneer je oogst is afhankelijk van de rijptijd van het ras of de rassen die je gekozen hebt. Daarnaast speelt het doel van je oogst ook een rol. Wil je de kruisbessen vers eten? Laat ze wat langer hangen tot ze zoeter zijn. Voor jam is het beter om wat vroeger te oogsten. Van wat zuurdere bessen krijg je veel lekkerdere jam. Als je een flinke oogst hebt kun je de kruisbessen ook invriezen. Ze zijn na het ontdooien niet meer zo mooi als daarvoor maar de smaak is nog prima.